Waar kunnen wij je bij helpen?
Afdrukken

Stap 3: Voertuigen invoeren

In het Transport Management Systeem EasyTrans kun je je voertuigtypen en specifieke voertuigen uit je wagenpark invoeren, beheren en inplannen.

Beheer voertuigen

Het beheer van voertuigen begint bij het ingeven van voertuigtypen. Een voertuigtype is het soort (categorie) voertuig wat je gebruikt om transporten uit te voeren. Dit kan een vrachtwagen of bestelbus zijn, maar ook bijvoorbeeld een fiets! Omdat tarieven soms voertuigafhankelijk zijn kun je in EasyTrans per voertuigtype tarieven vastleggen. Zodra je een voertuig inplant bij een transportorder wordt dan direct het juiste tarief berekend!

Naast voertuigtypen kun je vanaf een Standaard pakket ook een wagenpark vastleggen en beheren. Een order kan vervolgens ingepland worden op een voertuigtype óf op een specifiek voertuig uit het wagenpark.
Tip: Maak je gebruik van boordcomputers? Bekijk de koppelingsmogelijkheden met boordcomputers bij partners en koppelingen.

Voertuigtypen en wagenpark
Voertuigtypen & Wagenpark in TMS EasyTrans

Voertuigtype invoeren

Een voertuigtype is het soort (categorie) voertuig wat je gebruikt om de transportopdrachten uit te voeren. Bijvoorbeeld ‘vrachtwagen’, ‘personenauto’ of ‘bestelbus’. Voertuigtypen worden in het Transport Management Systeem op meerdere plekken gebruikt. Je kunt bij een vervoerder bijvoorbeeld vastleggen of deze alleen op een bepaald type voertuig rijdt. Ook kun je tarieven per voertuigtype vastleggen. Een prijs per kilometer is bij een vrachtwagen immers vaak anders dan bij een bestelbus.

  1. Ga via het hoofdmenu naar ‘Voertuigen’ > ‘Voertuigtypen’
  2. Klik op ‘Nieuw voertuigtype invoeren’ en vul de gegevens in:
    1. ‘Voertuigtype’
      Geef de algemene (categorie) benaming van het voertuig in. Bijvoorbeeld: Bestelbus, Personenauto of Bakwagen
      Let op: Gebruik algemene benamingen en geen kentekens. Specifieke voertuiggegevens kun je vastleggen bij ‘Wagenpark’.
      Waarom een algemene benaming? Voertuigtypen komen op diverse plekken in het TMS terug. Zo zijn deze bijvoorbeeld ook zichtbaar in een Klanten Portal. Bij het plaatsen van een web-order kan een klant namelijk direct het juiste voertuigtype selecteren.
    2. (Indien van toepassing) ‘Minimum afstand’
      Geef het aantal kilometers in dat altijd minimaal berekent dient te worden
      Wanneer de geautomatiseerde kilometerberekening in een order lager is dan de minimum afstand, zal het ingestelde aantal kilometers berekend worden.
    3. (Optioneel) ‘Minimum inkoop afstand’
      Gebruik je de Inkoopmodule? Dan kun je hier het minimum aantal inkoopkilometers vastleggen
      Wanneer de geautomatiseerde kilometerberekening in een order lager is dan de minimum inkoopafstand, zal het ingestelde aantal inkoopkilometers berekend worden
    4. (Optioneel) ‘Volgorde’
      Gebruik je meerdere voertuigtypen? Bij ‘Volgorde’ kun je een cijfer ingeven waarmee de volgorde van weergave in selectielijsten wordt bepaald. Je kunt bijvoorbeeld in een order selecteren met welk voertuigtype je deze gaat uitvoeren. Het voertuigtype met het laagste nummer wordt hierin bovenaan weergegeven
      Tip: Gebruik tientallen zodat je later eenvoudig voertuigtypen kunt tussenvoegen!
  3. Klik op ‘Opslaan & Sluiten’ om het voertuigtype op te slaan.

Herhaal bovenstaande stappen voor alle voertuigtypen die je gaat gebruiken.

Wagenpark vastleggen

Rijd je je transportopdrachten met eigen voertuigen? Wanneer je je voertuigtypen heeft ingevoerd kun je je wagenpark vastleggen en beheren in EasyTrans. Bij het ingeven van een voertuig zijn de meeste velden optioneel. Indien gewenst kun je alleen de gegevens invullen die daadwerkelijk nodig zijn.

  1. Ga via het hoofdmenu naar ‘Voertuigen’ > ‘Wagenpark’.
  2. Klik op ‘Nieuw voertuig invoeren’ en leg de gegevens van het voertuig vast:
    1. ‘Het voertuigtype waar dit voertuig onder valt’
      Selecteer het juiste voertuigtype. (De voertuigtypen heb je vastgelegd bij ‘Voertuigtypen’)
    2. ‘Kenteken’
      Geef het kentekennummer van het voertuig in
    3. Overige gegevens
      RDW: Klik achter ‘Kenteken’ op het auto-icoon om de overige voertuiggegevens op te vragen bij het RDW, of voer deze handmatig in.
    4. (Optioneel) ‘Maximum laadcapaciteit’
      Geef de maximale belading van het voertuig in
      De vastgelegde gegevens worden in selectielijsten getoond bij het voertuig.
    5. (Optioneel) ‘Opmerkingen’
      Leg aanvullende details van het voertuig vast.
      De vastgelegde gegevens zijn alleen zichtbaar bij de voertuigdetails en het wagenparkoverzicht.
    6. (Optioneel) ‘Telefoon van het voertuig’
      Werk je met vaste telefoons per wagen? Hier kun je het telefoonnummer van het voertuig vastleggen.
      Is er een telefoonnummer opgeslagen en selecteer je het voertuig in een order? Dan wordt hier een bel-icoon bij weergegeven waarmee je snel kunt bellen vanuit EasyTrans.
    7. (Optioneel) ‘Volgorde’
      Heb je meerdere voertuigen? Bij ‘Volgorde’ kun je een cijfer ingeven waarmee de volgorde van weergave in selectielijsten wordt bepaald. Je kunt bijvoorbeeld in een order selecteren met welk voertuig je deze gaat uitvoeren. Het voertuig met het laagste nummer wordt hierin bovenaan weergegeven.
      Tip: Gebruik tientallen zodat je later eenvoudig voertuigen kunt tussenvoegen!
  3. Klik op ‘Opslaan & Sluiten’ om het voertuigtype op te slaan.

Herhaal bovenstaande stappen voor alle voertuigen in het wagenpark.

INHOUD